De 4 Richtingen


Leestijd: 10-15 min

Inhoudsopgave

  1. 4 Richtingen
  2. Inhoud en benadering interventies
  3. Samenvatting

4 Richtingen

Afhankelijk van hoe iemand zich tot een situatie verhoudt, moeten we dus ook iets anders doen om verder te komen. De SLIM-typologie is situationeel, het kan heel goed dat iemand zich anders verhoudt tot werk dan tot gezondheid of schulden. Mensen ontwikkelen zich ook. Het kan dus heel goed dat iemand zich na verloop van tijd anders tot een situatie gaat verhouden – dat is zelfs de bedoeling. De typologie is er niet om mensen te karakteriseren, maar om je te helpen een keuze te maken: wat kun je op dit moment het beste doen?

Praktisch voorbeeld 4 richtingen

Een professional onderzoekt met een cliënt of hij weer wilt werken. klik op de richtingen om te zien wat een cliënt zou kunnen zeggen

‘Ik wil wel een vaste baan maar ik kan nog niet goed. Want ik vind contact met collega’s moeilijk’

De cliënt geeft aan gemotiveerd te zijn alleen een competentie te missen. Namelijk: ‘Contact maken met collega’s’. Een doelstelling volgens de SLIM-methode houdt rekening met het feit dat er volgens deze cliënt een competentie verworven moet worden. Het traject vraagt een leer-insteek.

‘Ik wil een baan en kan het ook. Geef me een kans, want tot nu toe heb ik bij het verkeerde bedrijf gewerkt. Ik voelde me er gewoon niet thuis.’

De clënt is gemotiveerd voor het vinden van een baan. Hij geeft aan een omgeving nodig te hebben waarin hij zich thuis voelt. De SLIM-methode houdt rekening met het feit dat er volgens deze cliënt een prettige bedrijfsomgeving nodig is. Het vraagt om het creëren van de juiste kans.

‘Ik heb andere plannen dan het hebben van een vaste baan. Want met een vaste baan ben je al je vrijheid kwijt.’

De cliënt geeft aan niet gemotiveerd te zijn voor het doel. Er spelen voor hem andere belangen die het doel onaantrekklijk maken. Een doelstelling volgens de SLIM-methode houdt rekening met het feit dat vrijheid voor deze cliënt een belangrijke voorwaarde is. Het vraagt een ondernemende insteek waarin de alternatieve motivatie van de cliënt centraal staat.

‘Ik heb het opgegeven. Los jij het op. Want naast geen baan heb ik ook nog een vechtscheiding,drankverslaving en shuldeisers voor de deur staan.’

De cliënt ervaart het doel als onmogelijk binnen de huidige situatie. Een doelstelling volgens de SLIM-methode houdt rekening met het feit dat deze cliënt de problemen als te groot ervaart. Het vraagt iemand bij de hand te nemen om de problemen weer op orde te brengen.


Inhoud en benadering van interventies

Verschillende typen interventies (kansen, competenties, sturing, ondernemen) hebben niet alleen een verschillende inhoud, maar ook een verschillende benadering en verhouding tussen jou en de ander. Als secretaresse en verkoper is je klant koning, als leraar of als ouder-figuur sta je boven de ander, als ondernemer ben je gelijkwaardig. Soms richt je je vooral op de cliënt, soms juist op de buitenwereld (werkgevers, schuldeisers, instanties enzovoort). In het schema hieronder hebben we een overzicht gemaakt van de verschillende ‘typen’ cliënten rond het thema werk en participatie. Het geeft een beeld van waar je op kunt letten om erachter te komen hoe iemand zichzelf ziet en naar een situatie kijkt. Hoe ziet een CV eruit? Wat voor houding heeft iemand? Wat zijn typerende uitspraken? Hoe reageert iemand op verschillende interventiestrategieën? Het allerbelangrijkste is de vraag wat iemand nou eigenlijk over zichzelf zegt. Want zoals de filosoof en psycholoog Rom Harré zegt: je bent de theorie die je over jezelf hebt.

In de volgende schema’s hebben we een overzicht gemaakt van verschillende zelfbeelden en interventiebenaderingen rond het thema werk en participatie.


Samenvatting

Als er een match is tussen hoe iemand zichzelf ziet en hoe ik iemand behandel, gaat alles vanzelf en komen we waar we heen willen. Als er een mismatch is, ontstaat er gedoe – subtiel of overduidelijk (fight, flight, freeze).