In het spoor houden

Het idee van IPTA is om zo snel mogelijk een normale omgeving te creëren voor en met cliënten, met werk en gezonde relaties. Daar zijn ze nog niet altijd klaar voor, dus een uitdaging is om ervoor te zorgen dat het goed blijft gaan. Om adequaat te reageren op hobbels onderweg is het belangrijk dat je helder hebt wat voor begeleiding iemand nodigt heeft.


Uitdagingen

  • Voorkomen dat basisvoorwaarden opnieuw aangetast worden: voorkomen dat iemand zijn woning of baan weer kwijtraakt, nieuwe schulden maakt, (opnieuw) vast komt te zitten enzovoort.
  • Het leven op straat is dynamisch, een stabiel leven kan als saai ervaren worden. In werk/school/dagbesteding en als bewoner dienen zich nieuwe uitdagingen aan. Zonder begeleiding gaat het vaak opnieuw mis. Hoe maak je een ontwikkelplan en een begeleidingsplan?

Inzichten

‘Willen is kunnen’ en ‘kunnen leidt tot willen’ zijn beide weleens waar, maar geen van twee is altijd waar.

Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen motivatieproblemen en competentieproblemen. Motivatie kun je in dit stadium benaderen als een voor-wat-hoort-wat probleem, tenzij iemand echt niet op zijn plek zit. Vertrouwen bouw je op om het op de proef te stellen als dat nodig is. Als de jongere eenmaal iets te verliezen heeft (je vertrouwen, een baan, een woning, een schuldregeling enzovoort), kun je ook iets terugvragen.

Bij competentieproblemen (oftewel: iemand iets proberen te leren) is het belangrijk om een balans te vinden tussen ondervragen en overvragen. Iemand een te gemakkelijke uitdaging geven is saai. Iemand een te moeilijke uitdaging geven is beschadigend, want dat wordt een faalervaring. Kleine stappen zorgen voor meer succeservaringen en minder risico, grotere stappen voor meer voldoening.

Competenties zijn een combinatie van kennis, vaardigheden en houding. Competenties ontwikkelen vraagt uitleg, oefenen en feedback op houding en gedrag.

Een competentieprobleem behandelen als een motivatieprobleem werkt averechts en vice versa.


Praktijkverhaal 1

Jeffrey is dakloos. Om de vicieuze cirkel te doorbreken, hebben we hem een hotel beloofd op het moment dat hij een baan gevonden heeft. ’s Avonds zit hij te roken op zijn hotel kamer en gaat het rook alarm af. We krijg een boze telefoon van het hotel en gaan meteen naar Jeffrey toe.
Dilemma: welk gesprek ga je met hem voeren: confronteren en grenzen stellen (“je weet heel goed wat er kan en wat er niet kan!”) of meebewegen en hem proberen te leren hoe het werkt (“wat ga je volgende keer anders doen?”)?

Wat zegt het jongerenpanel?


Praktijkverhaal 2

Dilemma: probeer je van deze situatie een leermoment te maken voor de jongere, of probeer je een (qua sfeer) beter passende plek te vinden om aan zijn geduld te werken??

Wat zegt het jongerenpanel?


Praktijkverhaal 3

Je hebt voor Tom een afspraak geregeld met iemand die hem gaat helpen met zijn schulden. Hij is niet opkomen dagen.
Dilemma: wat doe je? Bespreek je de samenwerking opnieuw (“Als jij je niet aan onze afspraken houdt, dan weet ik niet of we op deze voet verder kunnen”) of vraag je hem om zelf een nieuwe afspraak te maken? In dat laatste geval laat je hem geen gezichtsverlies lijden en reken je erop dat hij zelf ook door heeft dat het stom was. Als de jongere iets doet wat jullie niet afgesproken hadden, kies je dan voor een ‘stop-moment’ om jullie samenwerking opnieuw te bespreken, of kies je ervoor om gezichtsverlies van de jongere te vermijden en gewoon door te gaan?

Wat zegt het jongerenpanel?


Praktijkverhaal 4

Je krijgt om 1 uur ’s nachts een bericht van Dafaro dat hij bedreigd is door een van zijn oude connecties. Hij vraagt je om advies.
Dilemma: beantwoord je dat dan meteen of laat je het wachten tot je weer aan het werk bent? Ben je 24/7 beschikbaar of hanteer je afgebakende werktijden?

Wat zegt het jongerenpanel?