Werk vinden
Werk geeft structuur aan de dag, levert sociale contacten op, inkomen, perspectief en als het goed is een gevoel van erbij horen. Allemaal dingen die helpen om een criminele carrière te voorkomen. Een baan of dagbesteding is geen doel op zichzelf en niet elke baan is dus zomaar voor iedere cliënt geschikt. Hoe vinden we een baan en een duurzaam perspectief voor of met een cliënt?
Uitdagingen
- Voorkomen van ‘stuur maar een CV’, want dat wordt niks
- Kansen en mogelijkheden zien waar anderen die niet zien
- Verkoopverhaal: onder welke voorwaarden kan het wél werken? Wat is de gebruiksaanwijzing?
Inzichten
Praktijkverhaal 1
Lionel is een bekend gezicht in de wijk. Hij rijdt meestal op zijn scooter rond, en is een goede bekende van de wijkagent. Hij heeft allerlei minder ernstige delicten gepleegd, en is ook al eens door de politie achterna gezeten in een achtervolging door de wijk. Hij heeft een uitkering en is sinds kort onbetaald aan het werk gegaan bij een gesubsidieerde fietsenstalling. Hij functioneert daar goed en laat regelmatig jongens klusjes voor hem doen (onder andere pleintje opruimen, banden plakken) in ruil voor een zak friet of snoep. De volgende stap zou een betaalde baan moeten zijn. Welke mogelijkheden heeft hij? Welke competenties kunnen we veronderstellen dat Lionel heeft?
Vraag: welke mogelijkheden heeft Lionel? Welke competenties heeft hij (kunnen we veronderstellen) die relevant zijn voor een baan?
Wat zegt het jongerenpanel?
Praktijkverhaal 2
Dilemma: ga je met de jongere op zoek naar een werkplek die past bij de specifieke sfeer die hij beschrijft, of ga je met de jongere aan de slag om zich breder op te stellen? Sleutelen aan de jongere of sleutelen aan diens omgeving?
Wat zegt het jongerenpanel?
Praktijkverhaal 3
Dilemma: ga je Elias helpen om terug naar school te gaan en zelfstandige te worden, of ga je een baan met hem zoeken?
Wat zegt het jongerenpanel?
Praktijkverhaal 4
Amir solliciteert af en toe, maar is niet zo actief. Als we het hebben over vacatures praat hij enthousiast, maar de volgende keer dat we hem spreken blijkt hij concreet weinig gedaan te hebben. Hij vertelt hoe hij wilde solliciteren en hoe dat dan uiteindelijk niet lukte, dat er iets tussen kwam, dat hij wel gesolliciteerd had maar dat hij nooit een reactie had gekregen op een email, dat het even duurde om de juiste persoon te vinden en toen hij die eenmaal gevonden had de reactiedatum al voorbij was, dat hij wilde solliciteren bij een autogarage, maar toen van een vriend hoorde dat er misschien iets vrij kwam bij een veel leukere garage, enzovoort.
Dilemma: ga je hem activeren om meer te solliciteren, of ga je gericht op zoek naar iets waar hij wél enthousiast van wordt? Activeren om tot actie te komen, of iets vinden dat hij zelf belangrijk genoeg vindt om in actie voor te komen? Inzetten op een broodbaan of op een droombaan?
Wat zegt het jongerenpanel?
Praktijkverhaal 5
We zijn eruit waar Erkan graag zou willen werken. Hij heeft in zijn bekendenkring nagevraagd welke werkervaringen mensen hebben, wat ze leuk vonden aan banen, en is uitgekomen bij een bedrijf waar hij enthousiast over is. Ze hebben voor zover we weten geen vacatures op dit moment. Erkan is een wat afwachtende jongen. Als je hem vragen stelt antwoordt hij in eerste instantie vaak iets als “gewoon…”, “lijkt me wel leuk”, “ik denk het wel”.
Dilemma: laat je hem zelf contact opnemen met het bedrijf, of doe jij dat? Hoe pak je het aan?
Wat zegt het jongerenpanel?
Praktijkverhaal: Werkgevers benaderen
Rachid is 19 jaar en heeft praktijkonderwijs gevolgd. Ook heeft hij in die tijd via een PGB begeleiding gehad in zijn thuissituatie. Hij had verkeerde vrienden en zijn ouders, die zelf geen opleiding hebben, wisten zich geen raad met hem. Die begeleider heeft het advies gegeven om Rachid aan te melden voor beschut werk. Hij heeft daar een dienstverband gehad van een jaar, maar dat is niet verlengd omdat hij soms wegbleef en niet bereikbaar was. Hij was ook intimiderend naar collega’s. Hij heeft een tijdje thuisgezeten maar wil nu weer wat gaan doen. Hij reageert afwijzend op vacatures die we voorstellen bij een bouwmarkt, bij een fastfood bedrijf en bij een groenbedrijf. “Daar begrijpen ze Marokkanen niet”. Hij is verder vrij stil tijdens gesprekken. Zijn moeder zegt dat ze bang is dat Rachid weer afglijdt richting criminaliteit en dat het belangrijk is dat hij snel ergens aan het werk gaat. We willen hem daarom voorstellen aan een aannemer die huizen renoveert. Rachid kan fysiek zwaar werk aan, begrijpt instructies als die duidelijk gegeven worden en kan een uur zelfstandig werken als hij weet wat er van hem verwacht wordt.
Dilemma 1: Is Rachid klaar om bemiddeld te worden naar werk? Vertrouw je erop dat hij simpel werk in de bouw aankan en dat zijn moeder hem voldoende stimuleert om het vol te houden, of wil je eerst aanvullende afspraken met hen maken?
Dilemma 2: Wat vertel je de werkgever? Het positieve verhaal (een jaar werkervaring, gemotiveerd om weer aan de slag te gaan, steun van zijn moeder, fysiek sterk, begrijpt instructies en kan redelijk zelfstandig werken), of daarnaast ook het negatieve verhaal (soms afwezig en onbereikbaar, intimiderend, niet gemotiveerd voor veel banen en bedrijven, stil)?
Dilemma 3: Onder welke voorwaarden denk je dat het een succes kan worden? (Werkinhoud, aansturing en begeleiding, thuissituatie) Wat is het ‘verkoopverhaal’ dat je de werkgever kunt vertellen? Wat is het ‘verkoopverhaal’ dat je Rachid kunt vertellen?