De 4 Richtingen
Leestijd: 10-15 min
Inhoudsopgave
4 Richtingen
Afhankelijk van hoe iemand zich tot een situatie verhoudt, moeten we dus ook iets anders doen om verder te komen. De SLIM-typologie is situationeel, het kan heel goed dat iemand zich anders verhoudt tot werk dan tot gezondheid of schulden. Mensen ontwikkelen zich ook. Het kan dus heel goed dat iemand zich na verloop van tijd anders tot een situatie gaat verhouden – dat is zelfs de bedoeling. De typologie is er niet om mensen te karakteriseren, maar om je te helpen een keuze te maken: wat kun je op dit moment het beste doen?

Praktisch voorbeeld 4 richtingen
Een professional onderzoekt met een cliënt of hij weer wilt werken. klik op de richtingen om te zien wat een cliënt zou kunnen zeggen
Inhoud en benadering van interventies
Verschillende typen interventies (kansen, competenties, sturing, ondernemen) hebben niet alleen een verschillende inhoud, maar ook een verschillende benadering en verhouding tussen jou en de ander. Als secretaresse en verkoper is je klant koning, als leraar of als ouder-figuur sta je boven de ander, als ondernemer ben je gelijkwaardig. Soms richt je je vooral op de cliënt, soms juist op de buitenwereld (werkgevers, schuldeisers, instanties enzovoort). In het schema hieronder hebben we een overzicht gemaakt van de verschillende ‘typen’ cliënten rond het thema werk en participatie. Het geeft een beeld van waar je op kunt letten om erachter te komen hoe iemand zichzelf ziet en naar een situatie kijkt. Hoe ziet een CV eruit? Wat voor houding heeft iemand? Wat zijn typerende uitspraken? Hoe reageert iemand op verschillende interventiestrategieën? Het allerbelangrijkste is de vraag wat iemand nou eigenlijk over zichzelf zegt. Want zoals de filosoof en psycholoog Rom Harré zegt: je bent de theorie die je over jezelf hebt.
In de volgende schema’s hebben we een overzicht gemaakt van verschillende zelfbeelden en interventiebenaderingen rond het thema werk en participatie.
Samenvatting
Als er een match is tussen hoe iemand zichzelf ziet en hoe ik iemand behandel, gaat alles vanzelf en komen we waar we heen willen. Als er een mismatch is, ontstaat er gedoe – subtiel of overduidelijk (fight, flight, freeze).