Samenwerken
Leestijd: 5 min
Inhoudsopgave
Samenwerken
De SLIM methodiek gaat over de relatie tussen jou en je cliënt. Maar in veel gevallen ben je niet de enige die zich met die cliënt bezighoudt. Wat vaak mis gaat in de samenwerking, is dat iedereen vanuit een ander mensbeeld de cliënt probeert te helpen. Er is dan geen eenduidige, logische interventie benadering die aansluit bij de cliënt. Een praktische oplossing die vaak gekozen wordt in de samenwerking, is dat de professional die het beste, meest intensieve contact heeft met de cliënt, de regie voert. Succesfactor nummer 1 (echtheid, kwaliteit van het contact) wordt dan voorop gesteld. Minstens zo belangrijk is echter dat regie ook betrekking heeft op succesfactoren 2 en 3: een gezamenlijk doel en een overkoepelende, gezamenlijke interventie-strategie (kansen, competenties, sturing, ondernemen).

Regie voeren kan vanuit verschillende posities. SLIM samenwerken begint met casusregie. Eén professional is het eerste aanspreekpunt voor de cliënt. We gaan er nu vanuit dat jij dat bent. Samen met je cliënt voer je regie over de inzet en ondersteuning door andere professionals. Die andere professionals hebben meestal te maken met eigen belangen, targets, procedures, richtlijnen, protocollen, beleidsafspraken, financiering enzovoort. Ze werken niet alleen bij verschillende organisaties, maar ook binnen verschillende beleidsterreinen van de overheid, en vaak ook onder verantwoordelijkheid van verschillende wethouders. Dat kan samenwerking waarin de cliënt echt centraal staat, in de weg staan. In complexe gevallen, wanneer er veel verschillende hulpverleners betrokken zijn, is daarom vaak ook procesregie nodig. Die rollen kunnen in één persoon verenigd zijn, of apart belegd. Voor SLIMme samenwerking is het dan belangrijk dat casusregisseur en procesregisseur samen een team vormen, en dat de casusregie leidend is voor de samenwerking.
In principe is de SLIM methodiek toepasbaar in al je functionele relaties. Niet alleen tussen jou en je cliënt, maar ook tussen jou en je baas, opdrachtgever, collega’s, netwerkpartners enzovoort. Maar regie voeren zonder macht vraagt vooral dat je een overtuigend verhaal kunt vertellen over de cliënt en wat er nodig is: een ‘verkoopverhaal’ waar mensen ‘ja’ tegen kunnen zeggen en waarvoor ze in actie komen (zie gesprek type 4).
“Very young children love and demand stories, and can understand complex matters presented as stories, when their powers of comprehending general concepts, paradigms, are almost nonexistent.”
Oliver Sacks