Typen Gesprekken


Leestijd: 5 min

Inhoudsopgave

  1. Typen gesprekken
  2. Methodische gespreksvoering

Typen gesprekken

Voordat we het over de inhoud van verschillende typen gesprekken hebben, eerst even dit: het aller-allerbelangrijkste is een levendig gesprek, waarin beleving, feiten, wensen en verhalen allemaal door elkaar kunnen lopen, net als in een echt gesprek. Wat we zeker niet willen is een interview of verhoor: jij stelt vragen, de ander geeft antwoord. Als echtheid één van de belangrijkste succesfactoren is, moeten we ook een echt gesprek voeren. Dat begint ermee dat je jezelf inbrengt. Niet de verhalen over jezelf, maar je authentieke aanwezigheid. Voelen is de snelste manier van denken. Als je een gevoel hebt bij wat er gebeurt, kun je dat het beste gewoon inbrengen in het gesprek. “Ik merk dat ik voorzichtig ben in dit gesprek. Heb jij dat ook?” Daarmee kun je verdieping brengen. Empathisch en reflecterend luisteren zijn basis-vaardigheden. Daar gaan we nader op in bij het leren-kennen-gesprek.
De SLIM methodiek draait praktisch gezien om zeven typen gesprekken die we kunnen voeren. Het overkoepelende doel is een levendig gesprek dat ergens toe leidt. Afhankelijk van hoe iemand zichzelf ziet en tegen de situatie aankijkt, kan zo’n gesprek verschillende kanten op gaan en tot verschillende vervolgstappen leiden. Staat het gesprek én het traject in het teken van kansen creëren, van leren, van stabiliseren en bij de hand nemen, of in het teken van ondernemen met dromen en talenten? Welke afslagen neem je wel, welke neem je niet?

TYPEN GESPREKKEN

In de beschrijvingen van de verschillende typen gesprekken, richten we ons op lastige situaties waarin het nauw komt. Want als je het in lastige situaties kunt, zijn de gemakkelijke situaties een eitje. De vertaling naar je eigen praktijk moet je zelf maken.


Methodische gespreksvoering

De eerste stap is altijd om constructieve gespreksvoorwaarden te creëren, de ander te leren kennen en tot een gezamenlijk doel en plan te komen: gesprekken 1 en 2. Van daaruit ga je naar één van de vervolggesprekken 3, 5, 6 of 7. De verschillende typen gesprekken kunnen in de praktijk in elkaar over lopen. Als een gesprek of traject vastloopt, keer je terug naar deze eerste stappen (1 en 2): we hadden iets afgesproken met elkaar! (begrenzen) Of zeg je nou dat je eigenlijk iets anders wilt? (beter-leren-kennen). Van daaruit bepaal je opnieuw de vervolgbenadering. Het is geen harde wetenschap, helemaal zeker weten doe je het nooit. Het meeste leer je door dingen uit te proberen. Als het niet werkt, kun je altijd een stap terug doen en het op een andere manier proberen. Daarvoor is het wel belangrijk dat je je bewust bent van welke benadering je gebruikt en welke alternatieven je hebt. Als het gesprek stroomt zit je goed, als het hapert moet je iets veranderen. Essentiële vaardigheden zijn:

  • dat je al deze typen gesprekken kunt voeren;
  • dat je je bewust bent van welk soort gesprek je aan het voeren bent;
  • dat je kunt schakelen van het ene type gesprek naar het andere.


In de beschrijvingen van de verschillende typen gesprekken, richten we ons op lastige situaties waarin het nauw komt. Want als je het in lastige situaties kunt, zijn de gemakkelijke situaties een eitje. De vertaling naar je eigen praktijk moet je zelf maken.